Artrose

artrose

Bij artrose gaat het gewrichtskraakbeen in kwaliteit achteruit: het wordt dunner, zachter en brokkeliger. Als gevolg van de achteruitgang van het gewrichtskraakbeen ontstaan er ook veranderingen aan het bot onder het gewrichtskraakbeen: er ontstaan zichtbare en voelbare knobbels aan de rand van het gewricht.

Pijnklachten staan echter los van deze kwalitatieve achteruitgang van het gewrichtskraakbeen. Dat is in de wetenschap al vaak bewezen. De mate van artrose hangt niet samen met de mate van pijn. Iemand kan veel pijnklachten ervaren en weinig tot geen artrose in een gewricht hebben en andersom.

Pijnklachten hangen namelijk samen met mate van irritatie van de zenuwtakjes in dit gebied. Die kunnen steeds geïrriteerd raken door het artrotische proces, maar meestal staan de geïrriteerde zenuwtakjes dus los van de mate van artrose. Hierdoor verminderen de pijnklachten vaak aanzienlijk door de behandeling met perineureale injectietherapie bij iemand met (lichte tot matige) artrose.

Bij mensen met forse artrose kan perineurale injectietherapie ondersteuning bieden in het traject van een gewrichtsvervangende operatie. Dit kan zijn: het behandelen van de pijnklachten vóór een operatie, zodat de operatie nog enkele jaren uitgesteld kan worden (een prothese gaat slechts een bepaald tijd mee, dus het uitstellen van een operatie is soms nodig). Maar ook kan perineurale injectietherapie ondersteuning bieden na een operatie. Aanhoudende pijnklachten kunnen het herstel in de weg staan, waardoor het wenselijk is om deze pijnklachten te behandelen en te verminderen. Neem contact op om te kijken wat perineurale injectietherapie voor uw pijnklachten als gevolg van een gewrichtsvervangende operatie kan betekenen. In overleg met u kan perineurale injectieherapie dan worden toegevoegd aan het revalidatietraject.

Is dit herkenbaar? Plan dan hier een afspraak.